Bramenjam

Bramenjam

Ik werd als klein meisje regelmatig meegenomen vanuit Amsterdam naar de Kennemer Duinen. Ik vond dat niet bijzonder, of in ieder geval niet veel anders dan de andere wandelingen die ik met mijn moeder en mijn grootouders maakte. Behalve dan de wandelingen in Augustus, want dan ging ik bramen plukken, gewapend met een emmertje. Ongetwijfeld heeft dat ook de nodige huilpartijen opgeleverd want ook ik heb moeten leren dat bramenstruiken stekels hebben. Maar wat ik mij herinner is de tevredenheid over het volle emmertje met bramen. Die werden steevast gebruikt als dessert bij het avondeten. Nu had mijn moeder meestal ook een emmertje bramen geplukt, dus er bleven er heel wat bramen over. Daar werd jam van gemaakt. Ik gebruik het volgende recept

Ingrediënten: 600 gram bramen, 250 gram geleisuiker, sap van ½ citroen

Voorbereiding.
Haal alle takjes en blaadjes uit de bramen. Dat gaat heel goed op een uitgespreide krant met een pincet. Als er veel heel kleine bladresten tussen de bramen zitten kan je de bramen wassen . Pas wel op, het wordt snel een kledderboel en bramenvlekken zijn hardnekkig. Bovendien heb je extra pectine nodig om de jam dik te maken. Weeg de bramen af en zet ze even opzij.

Bereiding
Weeg de geleisuiker af. Als je geleisuiker met extra pectine gebruikt heb je wat minder suiker nodig. Meng de suiker de bramen en het sap van een halve citroen. Breng het geheel onder goed roeren aan de kook in een ruime pan. Laat helemaal afkoelen. Dat is goed voor de smaak, maar je weet dan ook meteen de dikte van de jam.
Warm de jam daarna op tot deze kookt . Dompel de schone jampotten onder in vrijwel kokend water, en vul deze met de jam. Draai de deksel er goed op en zet het potje ondersteboven weg op een oude theedoek. Draai de potten na 5 minuten om laat ze verder afkoelen. Maak d buitenkant van de potten goed schoon voordat je er etiketten op plakt.