Paarse asperges heb ik voor het eerst gezien in maart 1977 in een groentewinkel in Rome, vlak achter het hotel waar we toen logeerden.

De paarse asperges hebben een paarse kop onder de kop is de stengel vaak nog een beetje groen (1-5 cm), maar de rest van de stengel is wit. De paarse asperge heeft dus maar kort in het licht gestaan. Het heeft een sterkere smaak.
Paarse asperges hoef je niet te schillen. Het bijzondere aan de paarse asperge is dat deze rauw gegeten kan worden. Vanwege het hoge suikergehalte is de paarse asperge uitermate geschikt voor verwerking in verse salades. Dus alleen even wassen en een stukje van de onderzijde afsnijden. Natuurlijk kan de paarse asperge ook gekookt of gestoomd worden.

Als je paarse asperges warm wilt eten, kun je vrijwel alle recepten voor groene asperges gebruiken. Let alleen wel op de gaartijd. Bovendien is de smaak wat ‘zoeter’.