Aardappelen

Als kind reed ik ieder najaar mee met mijn grootouders om de wintervoorraad aardappels in te slaan. We bezochten een paar verschillende aardappelboeren en kochten een paar mud, verpakt in grote jute zakken. Die konden net in de achterbak van de auto. Met die voorraad zouden we de winter wel doorkomen.
Thuisgekomen werden de aardappelen gestort in een opberghok in het souterrain van ons huis, koel, droog en donker. Om de groei van uitlopers tegen te gaan werden de aardappelen bestrooid met een chemisch poeder met de veelzeggende naam antispruit. Dat hielp, maar aan het einde van de winter waren veel aardappelen toch uitgelopen. En echt hard waren ze ook niet meer. Tussentijds werden de aardappelen een paar keer ‘voorzichtig omgestort’ om te ‘ademen’ en zo rotting tegen te gaan.
Ook het bereiden van de aardappel gebeurde met grote zorg. De aardappels werden eerst gewassen en afgeborsteld onder de lopende kraan om de aarde en het giftige antispruit af te spoelen. Daarna werden ze geschild. De pitten en ontkiemende spruiten werden met een puntig mesje diep uitgesneden. Rond die plekken kon gif achterblijven. Groene plekken werden weggesneden want die stukken waren ook niet eetbaar. Onder de groene plekken zit ook een natuurlijk gif.
Daarna werden de aardappelen weggezet in een pan met water zodat de knollen wat vocht konden opzuigen en wat steviger aanvoelden. Pas als mijn grootmoeder de aardappelen grondig had geïnspecteerd, werden de aardappelen gekookt.

Tegenwoordig koop je een afgepaste hoeveelheid aardappelen bij de groenteman of in de supermarkt. In de In de schappen van de supermarkt ligt het jaar rond een scala aan voorverpakte aardappelen. Maar die zijn wel degelijk voor jou bewaard door de leverancier in een professionele opslag met nieuwe technieken. Maar het gebruik van chemicaliën om de groei van uitlopers tegen te gaan kan je niet uitsluiten. Dus wassen, ontpitten en bijsnijden blijft nodig.

Aardappelen, We zijn er mee grootgebracht! Tot halverwege de twintigste  eeuw was de aardappel de belangrijkste component in de warme maaltijd. En nog steeds worden in de Lage Landen aardappelen vaak apart genoemd naast groenten. In Frankrijk en in de Zuid-Europese landen wordt de aardappel als groente aangemerkt. En ook in onze streken wordt de aardappel intussen samen met andere knollen stilzwijgend tot de groentes gerekend.
De aardappel bestaat overwegend uit zetmeel. Daarnaast zijn aardappelen een bron van vezels en vitamine B6. Ze zijn een goede bron van energie voor je lichaam en helpen voor een goede darmwerking. Niet voor niets is de aardappel wereldwijd het belangrijkste voedselgewas na rijsttarwe en mais.

Kopen

Welke aardappel heb je nodig? Dat hangt er allereerst vanaf welk gerecht je ermee wilt maken. Als je zelf frites wil maken liggen grote langwerpige aardappelen voor de hand. En als je elegante jonge aardappeltjes in de boter wilt serveren, koop je krieltjes. De grootte is dus een eerste criterium.
Een tweede criterium is het kookgedrag: In essentie is het  onderscheid tweeledig. Er zijn vastkokende aardappels (vastkokers), en kruimige- of bloemige aardappelen. Vastkokende soorten houden bij het koken hun stevigheid. Kruimige of bloemige aardappelen worden wat kruimig van structuur Die zijn daardoor het meest geschikt zijn om te pureren.
Een derde criterium is de kwaliteit. Op losse aardappelen staat geen houdbaarheidsdatum. Dus moet je afgaan op wat je ziet en ruikt en voelt:

aardappelen zijn goed als ze een stevige mooie, heldere gele (of rode) huid hebben. Ze zijn minder goed als ze slap, groenverkleuring, uitlopers, beschadigingen, zure geur, blauwe plekken hebben. Een aardaardappel die slap aanvoelt is een oude aardappel. De voorverpakte aardappelproducten laat ik hier buiten beschouwing.

Bewaren

Aappelen kan je dus bewaren. anders zouden onze grootouders geen wintervoorraad hebben aangelegd. Gemiddeld zijn ze in huis een aantal weken houdbaar. Daarna neemt wel de kwaliteit af. De houdbaarheid van aardappelen is te verlengen op verschillende manieren.

  • De plastic verpakking van de supermarkt is bedoeld voor de verkoop en is niet om geschikt om er aardappelen in te bewaren. Aardappels moeten kunnen ‘ademen’. Een aardappelkistje of zak van jute of katoen werkt prima. In een vochtige omgeving gaan ze gaan rotten.
  • Bewaar aardappelen op een koele plek, tussen 8 en 10°C. Te hoge temperaturen bevorderen de groei van uitlopers. Van te lage temperaturen krijgen aardappelen een zoete smaak. Bevroren aardappelen zijn niet meer te gebruiken.
  • Aardappelen moeten op een donkere plaats liggen. Licht bevordert de vorming van de groene plekken op de huid en daar zit de natuurlijke gifstof solaninein.

Bereiden

Aardappelen zijn alleen goed te eten als ze gegaard zijn (gekookt, gefrituurd gepoft etc.) Maar het is verstandig om de aardappel eerst schoon te maken. Snijdt de groene plekken weg, net als de uitlopers en de pitten. Was de aardappel om het vuil en de eventuele chemicaliën te verwijderen. Of je de aardappel moet schillen hangt af van de aardappel zelf en van wat je er mee wilt. De schil is wel een bron van vitamine C.
Tenslotte zorgt het garen er ook voor dat de eventueel nog aanwezige giftige reststoffen worden omgezet in een onschadelijke stof.

Het aantal recepten met aardappelen is enorm. Ik beperk mij tot mijn favoriete aardappelrecepten zoals aardappelschotels uit de oven.(MCG)